Mycotoxines bij rundvee

1. Inleiding

De contaminatie van levensmiddelen en diervoeders met mycotoxines is wereldwijd een groot probleem. Naast het veroorzaken van aanzienlijke economische verliezen leiden ze ook tot ernstige gezondheidsrisico’s bij mens en dier. Contaminatie met mycotoxines kan optreden op het veld, na de oogst of tijdens de opslag. Volgens Cargill, een internationaal levensmiddelenbedrijf dat meer dan 300.000 mycotoxine analyses per jaar uitvoert, werd bij 72% van de analyses die zij in 2021 uitvoerden ten minste één mycotoxine aangetroffen, waarbij Fumonisine, Zearalenon, Aflatoxine en Vomitoxine wereldwijd de meest voorkomende mycotoxines bleken te zijn. Zowel de groei van schimmels als de productie van mycotoxines wordt sterk beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de wateractiviteit (aw-waarde) omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. De aanwezigheid van mycotoxines in levensmiddelen en diervoeders is nagenoeg niet te voorkomen of te voorspellen, hetgeen de bestrijding ervan bemoeilijkt of in sommige gevallen zelfs onmogelijk maakt. Een brede aanpak "van veld tot vork” is dan ook essentieel om mycotoxines en bijhorende problemen aan te pakken.
 

2. Wat zijn mycotoxines?

De term “mycotoxine” is afgeleid van "myco" (schimmel) en "toxine" (gif). Mycotoxines zijn een groep natuurlijk toxische stoffen die onder bepaalde omstandigheden door verschillende schimmelsoorten (fungi) in hun onmiddellijke omgeving kunnen worden geproduceerd. Mycotoxines zijn smaakloos, kleurloos, reukloos en onzichtbaar voor het oog.
 

3. Wat zijn schimmels?

Schimmels zijn een soort microscopische, plantachtige, meercellige, eukaryote organismen die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van lange draadvormige, vegetatieve cellen, die hyfen worden genoemd. Schimmels worden vanwege die draadvormige structuren en het ontbreken van chlorofyl tot het koninkrijk der fungi gerekend. Schimmels zijn van nature talrijk en alomtegenwoordig. De celwand is een kenmerkende structuur van schimmels en bestaat voornamelijk uit glucanen, chitine en glycoproteïnen. De celwand bevindt zich buiten het plasmamembraan en is voor de schimmel van vitaal belang voor het behoud van hun cel integriteit alsook hun overlevingsvermogen. Daarnaast wordt via de celwand ook contact met de omgeving geregeld. Verstoring van de celwand kan zowel de celgroei als de morfologie ernstig schade toebrengen en zelfs leiden tot celdood.

Gezien zoogdiercellen geen celwand bezitten, is de celwand van schimmels het ideale doelwit voor antischimmelmiddelen.
 

4. Komen mycotoxines regelmatig voor?

De contaminatie met mycotoxines vormt wereldwijd een groot probleem. Mycotoxines zijn momenteel de meest voorkomende contaminanten van diervoeders en plantaardige levensmiddelen. Zowel schimmelgroei als de productie van mycotoxines wordt sterk beïnvloed door omgevingsfactoren, in het bijzonder temperatuur en vochtigheid. Tropische en subtropische gebieden, waar de luchtvochtigheid en de temperatuur hoog zijn, hebben daarom een groter risico op besmetting van gewassen met (de gevaarlijkste) mycotoxines. Klimaatveranderingen en de opwarming van de aarde vormen een belangrijke bron van gevaar voor onze wereldwijde voedselzekerheid en worden verantwoordelijk geacht voor de recente verschuivingen in het voorkomen van mycotoxines in Europa.
 

5. Wat zijn de meest voorkomende mycotoxines en wanneer treedt de contaminatie met mycotoxines op?

Mycotoxines vormen een functioneel en structureel diverse groep van organische verbindingen.
Tot nu toe zijn 300 tot 400 mycotoxines geïdentificeerd. Aflatoxines, Ochratoxine A en Fusarium-toxines zoals Deoxynivalenol zijn de mycotoxines die het vaakst een bedreiging vormen voor de gezondheid van mens en/of dier. Mycotoxines kunnen worden gevormd vóór (op het veld aanwezige schimmels/mycotoxines waaronder Fusarium spp., Claviceps spp. en Alternaria spp.) of na de oogst (tijdens de opslag aanwezige schimmels/mycotoxines waaronder Penicillium spp. en Aspergillus spp.). Het is belangrijk te benadrukken dat schimmels en mycotoxines niet hetzelfde zijn. Zelfs als er geen zichtbare schimmels te zien zijn, kunnen er toch mycotoxines aanwezig zijn. Omdat dezelfde schimmel verschillende mycotoxines kan produceren en bepaalde mycotoxines door verschillende schimmels kunnen worden geproduceerd, is het vaak moeilijk om een verband te kunnen leggen tussen schimmel of graanschade en de aanwezigheid van één of meerdere specifieke mycotoxines. De enige betrouwbare manier om daarachter te komen is door de identificatie van de mycotoxine(s). Granen, en vooral maïs, zijn over het algemeen het meest met mycotoxines gecontamineerd, niet alleen in Europa maar ook wereldwijd.

De voornaamste mycotoxines die in graangewassen worden aangetroffen zijn trichothecenen (deoxynivalenol (DON), nivalenol (NIV), T-2 toxinen en HT-2 toxinen), Zearalenon (ZEN), Fumonisinen en Cyclodepsipeptiden.

Naast deze typische Fusarium-toxinen kunnen ook Alternaria-toxinen zoals Alternariol en Tenuazonzuur voorkomen. Claviceps-toxinen bestaan voornamelijk uit alkaloïden zoals Ergotamine. Tijdens de opslag zijn vooral Aflatoxinen, Ochratoxinen, Roquefortine C en Patuline de meest voorkomende mycotoxines.

 

6. De gevolgen van mycotoxine contaminaties?

Mycotoxines vormen een gevaar voor zowel dieren, mensen als gewassen. Ze zijn de oorzaak van ziektes, economische verliezen en vormen een gevaar voor de voedselveiligheid. Zelfs als er geen ziektesymptomen merkbaar zijn, tasten ze toch de gezondheid van dieren aan omdat ze de vatbaarheid voor ziekten vergroten. Maar ook de prestaties van de dieren wordt negatief beïnvloedt en de opbrengst van de dierlijke productie ligt lager. Het gemiddelde jaarlijkse verlies als gevolg van contaminatie met mycotoxines wordt alleen al in de Verenigde Staten op ongeveer 1 miljard dollar geschat. Toch blijft het inschatten van de werkelijke economische verliezen als gevolg van mycotoxines vaak erg moeilijk. Aangenomen wordt dat de belangrijkste verliezen het gevolg zijn van de langdurige tegenvallende prestaties van de dieren. Groeiachterstand en verminderde productiviteit, alsook een verhoogde vatbaarheid voor virale, bacteriële en parasitaire ziekten hebben belangrijke economische gevolgen. Subklinische mycotoxicose drukt de winst in de melkveehouderij ten gevolge van een lagere melkproductie in combinatie met de hogere kosten voor noodzakelijke diergeneeskundige behandelingen.

 

7. Hoe worden mensen/dieren blootgesteld aan mycotoxines en wat is een mycotoxicose?

Mycotoxines kunnen aanwezig zijn in veel levensmiddelen die zowel door mens als dier worden geconsumeerd. Ze worden voornamelijk aangetroffen in plantaardige producten, maar kunnen ook voorkomen in grondstoffen en producten van dierlijke oorsprong. De meeste mycotoxines zijn zeer stabiel. Ze zijn bestand tegen technologische processen zoals koken, bakken, destilleren en fermenteren. Het toxische effect van mycotoxines op de gezondheid van mens en dier wordt mycotoxicose genoemd.  De ernst van een mycotoxicose hangt onder meer af van de leeftijd en de voedingstoestand van het dier, de mate van toxiciteit van het mycotoxine, de mate van blootstelling en de eventuele synergetische effecten met andere chemische stoffen.

Blootstelling aan mycotoxines vindt in eerste instantie plaats door inname, maar kan ook plaatsvinden via inhalatie of via de huid. Het eten van besmet diervoeder kan bij dieren aanleiding geven tot acute, subacute of chronische mycotoxicose.
 

8. Mycotoxine regelgeving?

Mycotoxines zijn ongewenst in levensmiddelen en diervoeders. Daarom zijn in de Europese regelgeving wettelijke maximumgehalten (ML's) vastgesteld voor bepaalde mycotoxines (Europese Commissie (EG) nr. 1881/2006 van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding). Voor de diervoederindustrie zijn maximumgehalten vastgesteld voor Aflatoxine B1 en Ergot-alkaloïden, indirect via ergot. Daarnaast zijn er twee aanbevelingen geweest. De aanbeveling van de Commissie van 17 augustus 2006 (2006/576/EG) met richtwaarden voor Deoxynivalenol, Zearalenon, Ochratoxine A, T-2 & T-2 toxine en Fumonisinen in producten bestemd voor diervoeding en de aanbeveling van de Europese Commissie van 27 maart 2013 (2013/165/EU) over de aanwezigheid van de T-2 en HT-2 toxinen in granen en graanproducten.
 

9. Onderzoek naar mycotoxines?

De Universiteit Gent en partners startten in 2017 een studie naar de aanwezigheid van mycotoxines in maïskuilvoer. Hiervoor werden een 100-tal melkveebedrijven in Vlaanderen gedurende 4 jaar opgevolgd. Het doel was om de aanwezigheid van mycotoxines in melkveevoer in kaart te brengen en op basis van de verkregen informatie een preventiestrategie te ontwikkelen. Vervolgens zou een telefoonapplicatie ontwikkeld worden waarmee veehouders het risico op mycotoxinebesmetting in hun kuilvoer zouden kunnen voorspellen, rekening houdend met persoonlijke teelttechnieken en weersomstandigheden.

De eerste resultaten van de studie toonden aan dat in elk van de onderzochte maïsvelden mycotoxines aanwezig waren, dat er sterke verschillen in mycotoxine contaminatie waren tussen de monsters van de verschillende jaren en dat de mycotoxines Nivalenol (NIV) en Deoxynivalenol (DON) de meest voorkomende mycotoxines zijn in maïskuilvoer in Vlaanderen. In totaal werden 23 verschillende mycotoxines geïdentificeerd. De onderzoekers waren vooral verrast door de aanwezigheid van fumonisinen in onze maïsvelden. Fumonisinen worden vooral in verband gebracht met problemen in mediterrane klimaten zoals Zuid-Europa en de tropen. Een studie uit 2011 concludeerde dat klimaatveranderingsfactoren een diepgaand effect zouden hebben op zowel de groei als de relatieve mycotoxineproductie in landen met een gematigd klimaat, waartoe België dus behoort.

Verwacht wordt dat klimaatveranderingen de geografische verspreiding van mycotoxineproducerende schimmels in Europa zal beïnvloeden, waardoor meer tropische schimmels, zoals Aspergillus flavus en Fusarium verticillioides, naar het noorden zullen migreren. In Zuid-Europa en de Balkan hebben extreem warme zomers al geleid tot een verschuiving van besmetting met Fusarium-soorten en Fumonisine-mycotoxines naar besmetting met Aspergillus flavus en Aflatoxine, die een veel hogere toxiciteit vertoont.
 

10. Mycotoxines bij rundvee?

Zearalenone, Ochratoxin, Deoxynivalenol (DON), T-2 toxine, Ergot alkaloïden and Fumonisine veroorzaken bij rundvee mycotoxicose.

 

Mycotoxine

Schimmel

Te vinden

Gevoeligheid van melkvee voor het mycotoxine

Afbreekbaarheid in de pens

Gericht op  

Zearalenone

Fusarium

maïs, gerst, haver, tarwe, en sorghum

Hoog

Zearalenone wordt in de pens omgezet in α-Zearalenol (90 %) en β-Zearalenol (10 %).

α-Zearalenol is meer toxisch dan Zearalenone terwijl β-Zearalenol minder toxisch is dan Zearalenone.

Voortplantingssysteem

Aflatoxine B1

Aspergillus (Penicillium)

maïs, sorghum, en tarwe

Hoog

Er worden tegenstrijdige resultaten gerapporteerd. Er zijn geen aanwijzingen voor een echt ontgiftingsproces van dit mycotoxine in de pens.

Besmetting van de melk

Leverschade

Immuunsysteem

T-2 toxine

Fusarium

maïs, gerst, tarwe, en haver

Medium

Herkauwers zijn, in vergelijking met monogastrische dieren, relatief resistent tegen het   T-2 toxine vanwege de specifieke biologische afbraak van het T-2 toxine in de pens.

Pensfunctie

Deoxynivalenol (DON)

Fusarium

maïs, gerst, tarwe, en haver

Medium

Pensmicroben zijn in staat om DON af te breken tot een minder giftig product

Pensfunctie

 Ochratoxines

(Ochratoxin A)

Aspergillus Penicillium

graan

Laag

Herkauwers zijn veel minder gevoelig voor Ochratoxine A dan niet-herkauwers. Ochratoxine A bevat Ochratoxine α die door een peptidebinding aan L-ß-fenylalanine is gekoppeld. Hydrolyse van de peptidebinding door micro-organismen in de pens leidt tot de uitscheiding van Ochratoxine α, dat niet toxische is, en fenylalanine, dat als vrij aminozuur door de microben wordt gebruikt.

 

Ergot alkaloïden

Claviceps

graan, gerst en rogge

Hoog

Ook herkauwers zijn gevoelig voor de effecten van moeder-korenalkaloïden. Gegevens over de pensafbraak ontbreken

Centraal zenuwstelsel

Fumonisines

Fusarium

kuilmaïs

Hoog

Fumonisines worden slechts in geringe mate omgezet of afgebroken in de pens. De grote meerderheid van de fumonisines blijven intact en worden uitgescheiden via de faeces.

Het distale (laatste) deel van het maagdarmstelsel


11.    Het toxische effect van mycotoxines op herkauwers?

In het algemeen wordt aangenomen dat herkauwers zoals schapen, geiten en runderen minder gevoelig zijn voor de negatieve effecten van mycotoxines dan monogastrische of éénmagige dieren. De pensflora zou verschillende mycotoxines kunnen afbreken tot minder toxische stoffen of zelfs tot volledig biologisch inactieve verbindingen. Er zijn echter uitzonderingen op deze algemene regel. Zo wordt Zearalenone in de pens voor het grootste deel omgezet in meer toxische metabolieten en kunnen sommige mycotoxines, zoals fumonisines, onveranderd de pens passeren. Vandaar dat ook bij herkauwers wordt aanbevolen om waakzaam te blijven aangezien de afbraak van mycotoxines in de pens eigenlijk geen volledige detoxificatie inhoudt, maar vooral helpt om de koe te beschermen tegen acute vergiftiging. Bovendien kan de afbraak van mycotoxines in de pens zelfs bijdragen tot de ontwikkeling van chronische problemen, aangezien runderen hierdoor gedurende langere perioden lage concentraties mycotoxines binnenkrijgen. Deze chronische gevallen kunnen tot zware economische verliezen leiden als gevolg van onder meer een verminderde voederopname, voederweigering, onderdrukking van de immuniteit en verminderde productiviteit en vruchtbaarheid. Verder is de afbraak van mycotoxines in de pens ook sterk afhankelijk van de stabiliteit van de pens microflora en de pH. Het bufferend vermogen van de pens is aanzienlijk lager wanneer de penswerking niet optimaal is, iets wat bij pensverzuring het geval is. Gezien dat kalveren nog geen optimale werkende pens hebben, zijn ook zij gevoeliger voor de negatieve effecten van mycotoxines. Tenslotte blijken overgangskoeien en hoogproductieve dieren ook vatbaarder te zijn. Tijdens de transitieperiode zijn koeien bijzonder gevoelig voor mycotoxicose omdat de aanwezigheid van schimmels en/of mycotoxines in het rantsoen hun negatieve energiebalans nog versterkt. Dat hoogproductieve melkkoeien vatbaarder zijn voor mycotoxicose zou verschillende redenen hebben. In de eerste plaats is er hun hogere voeropname. Hierdoor circuleren mycotoxines sneller door het spijsverteringskanaal, waardoor de tijd voor ontgifting door pens microben sterk wordt verkort en de mycotoxines het spijsverteringsstelsel kunnen verlaten en in de bloedbaan terechtkomen.

De tweede reden waarom hoogproductieve runderen vatbaarder zouden zijn, heeft te maken met het optreden van pensverzuring. Melkvee wordt hoofdzakelijk gevoerd met een dieet dat rijk is aan fermenteerbare koolhydraten. Er is aangetoond dat een overmatige opname van koolhydraten (en eiwitten) kan leiden tot pensverzuring, met als rechtstreeks gevolg dat de pensmicroben minder goed in staat zijn om de mycotoxines af te breken.

 

Ten slotte lopen hoogproductieve melkkoeien door hun sterk gevarieerde voeding (vaak een mengsel van granen, hooi, kuilmaïs en krachtvoer) bovendien ook een groter risico om te worden blootgesteld aan een mengsel van verschillende mycotoxines. Uit onderzoek is gebleken dat mengsels van mycotoxines meer schade kunnen aanrichten als gevolg van synergetische interacties tussen de verschillende mycotoxines.

 

12.    Pathologieën geassocieerd met mycotoxicose bij runderen


 

13. Symptomen van mycotoxicose bij runderen?

Het ziektebeeld bij mycotoxicose wordt onder meer bepaald door het soort mycotoxine, de interacties tussen mycotoxines, de leeftijd en de voedingstoestand van het getroffen dier, de besmettingsgraad en de duur van de blootstelling. Meestal zijn de klinische symptomen breed en vaag en wordt er bij de dieren weinig verbetering gezien na behandeling.

In veel gevallen worden symptomen pas opgemerkt wanneer vee blootgesteld is geweest aan voeder met hoge concentraties aan mycotoxines of wanneer runderen gedurende lange periodes gecontamineerd voeder te eten hebben kregen.

Symptomen van mycotoxicose bij vee zijn: verhoogde voederconversie, verlies van eetlust, ruwe vacht, slechte lichaamsconditie, verminderde melkproductie, periodieke diarree, verplaatste lebmaag, ketose, uierontsteking, maagdarmontsteking, en voortplantingsproblemen waaronder een verhoogde kans op het opblijven van de nageboorte, baarmoederwandontsteking, onregelmatige cycli en abortus.

De meeste voortplantingsproblemen doen zich voor aan het einde van de dracht, tijdens het afkalven of in de eerste weken na het kalven. In deze periodes is de voeropname doorgaans hoger, zodat het voer sneller door de pens gaat en de pensflora minder tijd krijgt om de mycotoxines af te breken. Recente studies ebben aangetoond dat er een verband bestaat tussen de aanwezigheid van mycotoxines en subklinische gezondheidsproblemen bij melkvee.
 

14. Mycotoxicose bij rundvee: is er een gevaar voor de volksgezondheid?

Bij het voeren van met mycotoxines gecontamineerd voeder aan vee bestaat niet alleen het risico op toxische effecten op de dieren zelf, maar ook het risico van overdracht van toxische stoffen naar voor menselijke consumptie bestemde dierlijke producten, zoals melk, eieren en vlees. In de zuivelproductie zijn Aflatoxines de bekendste en meest gevreesde soort mycotoxines.

 

15. Actieplan voor de preventie en bestrijding van mycotoxicose.

Een brede strategie "van veld tot vork" is essentieel voor de aanpak van mycotoxine contaminatie van veevoeders. Het is belangrijk om zowel de schimmelgroei als de mycotoxineproductie op het veld (door middel van passende landbouwtechnieken) als tijdens de opslag onder controle te houden. Doordat mycotoxicose een multifactorieel probleem is, zal het ondanks de genomen maatregelen steeds bijzonder moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om alle schimmels en mycotoxines volledig te elimineren.

Er bestaat ook geen specifieke behandeling of tegengif voor mycotoxicose, behalve het zo snel mogelijk verwijderen van het besmette voeder en het vervangen door niet-gecontamineerd voeder. Om de blootstelling van vee aan mycotoxines te verminderen, is het toevoegen van mycotoxineontgiftende voederadditieven aan het rantsoen van de dieren momenteel de veiligste optie. Er zijn twee groepen mycotoxineontgiftende middelen: mycotoxine-binders en mycotoxine-detoxifiers.

 

  • Mycotoxine-binders

Mycotoxine-binders zijn in staat om mycotoxines te binden tijdens hun transport doorheen het maagdarmkanaal van de dieren. De daarbij gevormde onoplosbare complexen passeren vervolgens probleemloos het darmstelsel van het dier om uiteindelijk via de ontlasting te worden uitgescheiden.

Anorganische mycotoxine-binders zijn:

  • Klei of Aluminosilicaatmineralen: bentoniet, montmorilloniet, smectiet, kaoliniet, illiet and zeoliet.
  • Actieve kool
  • Polymeren: voedingsvezels, polyvinylpyrrolidon and cholestyramine

Organische mycotoxine-binders zijn:

  • Celwandbestanddelen van Saccharomyces cerevisiae gisten
  • Melkzuurbacteriën
  •  Mycotoxine-detoxifiers of biotransformatiemiddelen

Mycotoxine-detoxifiers, daarentegen, zijn in staat om mycotoxines om te zetten (biologisch af te breken of te biotransformeren) in minder of niet-giftige producten die vervolgens met de uitwerpselen van het dier worden uitgescheiden. Zij omvatten de volgende vier categorieën: enzymen, bacteriën, gisten en schimmels.

 

16. Waarom HERBA-TOX?

Herba-Tox is een uniek, premium en veelzijdig voedingssupplement voor rundvee (pluimvee en varkens). Naast een natuurlijke bescherming tegen mycotoxines, beschikt Herba-Tox ook over een reeks aanvullende versterkende, verdedigende en ondersteunende eigenschappen. Herba-Tox bevat complexe kleimineralen, organische zuren, gistcelwanden en kruidenextracten. Het is door deze bijzondere mix van ingrediënten dat Herba-Tox zowel op gebied van preventie, binding als ondersteuning een krachtig en doeltreffend product is.

 

Door Herba-Tox aan het voer van uw veestapel toe te voegen kunt u:

  • de groei van schimmels in het voer voorkomen
  • mycotoxines binden
  • de darmgezondheid van uw dieren verbeteren
  • hun organen beschermen tegen schade
  • hun immuunsysteem versterken

 

Herba-Tox biedt een natuurlijke en doeltreffende totaalaanpak bij mycotoxines.
 

1. DE GROEI VAN SCHIMMELS IN HET VOER VOORKOMEN

Herba-Tox kan de celwand van schimmels beschadigen dankzij de gecombineerde werking van ORGANISCHE ZUREN en SILYMARINE.

Door het feit dat Herba-Tox de groei van schimmels in diervoeder kan voorkomen, wordt ook de daarmee gepaard gaande productie van mycotoxines voorkomen.
 

2. MYCOTOXINES BINDEN

Dankzij de gezamenlijke bindende werking van KLEIMINERALEN en GISTCELWANDEN kan Herba-Tox het negatieve effect van mycotoxines in het diervoeder minimaliseren. Ze vormen onoplosbare complexen met de mycotoxines, waardoor deze uit het lichaam van het dier kunnen worden verwijderd zonder verdere schade te veroorzaken.

 

3. DE DARMGEZONDHEID VAN UW DIEREN VERBETEREN  

Dankzij de gezamenlijke werking van 3 belangrijke ingrediënten, namelijk GISTCELWANDEN, KLEIMINERALEN en MARIADISTEL, biedt Herba-Tox niet alleen bescherming tegen mycotoxines, maar verstrekt het ook de darmgezondheid van de dieren en daarmee hun algehele gezondheid.

  • GISTCELWANDEN, bevatten een hoog gehalte aan Mannan-oligosacchariden (MOS) en B-glucanen. MOS is bevorderlijk voor de darmgezondheid doordat het de hoeveelheid aan ziekteverwekkende bacteriën vermindert en de groei van nuttige bacteriën bevordert. MOS is in staat de aanhechting van Gram-negatieve bacteriën aan het darmslijmvlies te verhinderen door zich competitief te binden aan hun mannose-specifieke type-1 fimbriae.

De aldus verkregen MOS-ziekteverwekker complexen, die niet door spijsverteringsenzymen kunnen worden afgebroken, kunnen vervolgens zonder schade te veroorzaken de darmen passeren om uiteindelijk uitgescheiden te worden in de ontlasting van het dier. Verschillende studies hebben aangetoond dat het toevoegen van MOS aan het voeder van productiedieren hun prestaties kan verbeteren.

  • Ook de KLEIMINERALEN in Herba-Tox hebben een gunstig effect op de darmgezondheid. Kleimineralen hechten zich aan de wanden van het spijsverteringskanaal en versterken zo de darmslijmvliesbarrière waardoor ziekteverwekkers niet kunnen binnendringen.
  • MARIADISTEL zou ook de darmgezondheid bij dieren bevorderen dankzij de gunstige werking op de darmmicrobiota. Maar ook leverbeschermende eigenschappen worden toegeschreven aan Mariadistel.

 

4. ORGANEN BESCHERMEN

Ook bij de meest performante mycotoxine-bindende producten is het niet realistisch er van uit te gaan dat 100% van de aanwezige mycotoxines zullen worden gebonden. Er is altijd een kans dat een klein deel van de mycotoxines toch aan de binding ontsnapt en alsnog door het lichaam van het dier wordt opgenomen.

Het is zo dat zelfs een korte blootstelling aan mycotoxines kan leiden tot aanzienlijke leverschade en prestatieverlies.  

De toevoeging van Herba-Tox aan het voer zorgt er niet alleen voor dat de mycotoxines worden gebonden, maar ook dat wanneer mycotoxines toch door het lichaam van het dier worden opgenomen, ze zo snel mogelijk weer worden uitgescheiden.
 

5. HET ALGEMEEN IMMUUNSYSTEEM ONDERSTEUNEN

Dieren met een sterk immuunsysteem zijn beter bestand tegen allerhande ziekteverwekkers. Herba-Tox bevat bestanddelen die het immuunsysteem van dieren kunnen stimuleren, zoals GISTCELWANDEN alsook immunostimulerende kruiden zoals MARIADISTEL.


Besluit

Herba-Tox biedt uw dieren veel meer dan alleen bescherming tegen mycotoxines.

Door te kiezen voor Herba-Tox maakt u een keuze voor een geïntegreerde bescherming en ondersteuning van uw dieren!

 

 

Een deel van de in dit artikel gebruikte referenties - de andere referenties zijn op verzoek verkrijgbaar

 





Contacteer ons

  • Adres: Avelgemstraat 17
    9690 Kluisbergen

  • Telefoon: +32 55 38 89 59

  • Email: info@herbavita.eu


  • Adres: Provincialeweg 2-C-5
    5563 AH Westerhoven

  • Telefoon: +31 40 42 000 50

  • Email: info@herbavita.nl

  • Adres: Jiráskovo předměstí 635/3
    377 01 Jindřichův Hradec

  • Telefoon: +420 770 617 061

  • Email: otahal@herbavita.eu


Feed Chain Alliance - together for safety and quality

With support of
Flanders investment trade